A11 Zoebroefka is geen Damse mokke

 

WP_20160723_001

Schilderij van Greet

 

Lap. Daar heb je het. Komt ervan als je niet meer in atoma schriftjes schrijft. Eén rode lijn autocorrectie onder deze titel. Behalve onder “is geen”, alles rood. Lijkt wel mijn eerste dictee frans, daarin was ook veel rood te zien.

Hansbeke in Belgium

Luc, de partner van Greet, heeft me een tweetal boeken geleend. Na 10 schrijfsels over Jongdementie, met hoofdzakelijk observatie ( naast verbazing, verwondering, bewondering, verdriet, onbegrip, frustratie, schaterlachen, glimlachen en hoofdschudden) wil ik eigenlijk ( och “eindelijk” zou hier ook wel passen als woord)  weten wat wetenschappers schrijven over deze aandoening. Ingewikkelde en complexe chemische analyses en metingen kunnen mijn arme hersenen niet verwerken, dus een goed geschreven en voor leken toegankelijk boek leek me aangewezen. Gekeken naar publicatiejaar : 2014; recent dus. Wat had je anders gedacht, het kan ook niet anders, de kamer-en andere geleerden weten nu pas de ziekte te omschrijven. Laat staan te begrijpen. Vlotte stijl, maar geen Pieter Aspe uiteraard. Eerder “ De Budenbrooks” van Thomas Mann. Aspe zal waarschijnlijk niet de Nobelprijs Literatuur krijgen, Mann in 1929 meteen al voor zijn eerste, genoemde, werk. Thomas week in 1939 ook uit naar de VS toen Adolf en zijn bruinzwarte kornuiten de plak en andere vlaggen begonnen te zwaaien in Duitsland. Einstein en andere slimme jongens achterna.  Onder het motto van : als de gedegouteerden vertrekken blijven alleen de degoutanten over. Na een kwartiertje klap ik het boek, dat van 2014 welteverstaan, dicht. Niet uit verveling, maar genoeg is genoeg, later weer verder. Als ik lees dat Jongdementie in Nederland en België even frequent voorkomt als baarmoederhalskanker, aids en maagkanker, daar schrik ik toch van. Waarom is dementie bij mensen op jonge leeftijd als aandoening dan zo onbekend? Mijn gedachten gaan richting Luc, de wandeling in Hansbeke, met heel wat Ventieltjes aanwezig. Ook Hector, Spaanse waterhond, jong en vrijwel gemanierd nu, (ach mijn hond, schone hond) was mee en had al meteen een roepende, vrij zwaargebouwde, kalkoen in de gaten. Je kan maar beter meteen ruzie maken met de stevigste. Kalkoen, roepen? Honden blaffen, katten miauwen, apen krijsen…maar een kalkoen? Geen idee. Roepen zal het niet zijn, dat is de koekoek. Luc dus en wandelen. Met een drietal haltes waar Luc een verhaal voorlas uit het leven van toen, in Hansbeke. Een beetje à la Ernest Claes in Vlaams Brabant. Verhaaltjes uit het leven gegrepen: een aangrijpend verhaal over een moeder, ééntje over een school met spionerende, roddelende nonnen (en hier moet ik voorzichtig zijn, er is een klooster in Ieper waar deze blog gelezen wordt, hoi tante Lieve) en, een derde verhaal, over de stoommachine, (of beter de machinist ervan) van de lokale melkfabriek, waar enkel nog het gebouw van te bewonderen valt als industrieel archeologisch getuige ( ruïne is overdreven) van vergane glorie. Zou Luc in zijn jeugd een soort “ De Witte Van Hansbeke” zijn geweest? Misschien. Wel kan hij een lekker aperitiefje brouwen, “zoebroefka” uitgesproken, geschreven? Dat weten enkel de Polen die dit goedje stoken. En mijn Pools is niet van ’t beste; wat ik wel weet is dat de alcoholpercenten  naar je hoofd stijgen als dollartekens in de ogen van een Amerikaans bankier. Of een Optima bankier de eurotekens. Maar lekker, die drank dan. Gemengd met appelsap uit eigen boomgaard was dit een ware lekkernij. Twee Poolse “appelsappen” verder vond ik eindelijk de moed waarvoor ik met Luc had afgesproken : praten over Greet, een vrouw met Jongdementie en de tweede Jongdementie patiënt, na Patrick die bereid is over deze ziekte open met me te praten. Met Greet is het moeilijk vlot te communiceren, de woorden komen niet, maar de gedachten zijn er wel, denk ik. En dat is een persoonlijke indruk.         En dat is het gruwelijke, je weet niet wat in dat hoofd omgaat. Greet is twee jaar jonger dan deze blogkladder, universitair geschoold, topjob in farmacie en ziekenhuis. Nu, evenwichtsproblemen, moeilijk praten. Soms zie je nog, diep in de bruine ogen iets schalks oplichten. Wat me doet besluiten dat ze vroeger gevoel voor humor moet gehad hebben. Ik schrijf dit in de verleden tijd, waarom? Spontaan gebeurt het. Waarom? Geen verklaring. Haar ogen lichten vooral op als ze Lowie, hare trouwe viervoeter waarmee ze dagelijks wandelingen kan maken, aankijkt. Lowie weet de weg.

Carell is niet made in Germany

Samen een straatje om, Rudi Carell zingt het. Luister op  www.youtube.com/watch?gl=BE&v=-VGn6qqFnyI Toepasselijker kan het niet.

Luc zit erbij als een soort tolk, anders kan ik het niet omschrijven, rustig en geduldig. Uiterlijk toch. Het is bijzonder moeilijk om alle indrukken te verwoorden, maar éentje kan ik jullie niet onthouden : de wijnglazen.

Luc heeft een lekker slaatje gemaakt met groeten en groenten uit eigen moestuin. En “Damse Mokke”, een bolvormige witschimmelkaas. Of de vorm iets te maken heeft met de naam weet ik niet, maar net als een “mokke” een schoonheid heeft hoger dan het gemiddelde, is deze kaas veel lekkerder dan het gemiddelde in zijn soort. Aan te raden.  Trouwens ook aan te raden is, deze mocht ik onlangs nuttigen, Marquis, een Deense kaas. Pittig maar oh zo lekker. Bij de Damse Mokke hadden Luc en Greet een mooie witte wijn. Deze hoort in wijnglazen en Greet zou de hoogvoetige glazen uit de kast halen. Voor ons een eenvoudige, dagelijkse routinehandeling; misschien wat voorzichtiger uitgevoerd met mooie glazen. Niet als je Jongdementie hebt. Met onrustige, heen en weer schietende ogen keek ik hoe Greet aarzelde om de glazen uit de kast te halen. Ik schrijf aarzelde, het leek op aarzelen, het kon ook een soort voorbereiding zijn op de handeling die diende te volgen. Greets hand ging de kast in, meteen twee glazen beet. In elke hand één. Greets handen gingen alle kanten op, dus ook de glazen; Luc bleef rustig, hoewel ik in eerste instantie hulpvaardig wou toeschieten, werkte Luc ’s rust aanstekelijk en wilde ik, eerlijk gezegd, wel zien wat deze ziekte met de coördinatie van handelingen met een mens doet. Uiteindelijk ging het, nipt goed, nog. Nu nog. Eenvoudige dingen lukken niet meer, van een glas drinken is een inspannend iets; eten met opperste concentratie de vork of lepel naar de mond toe brengen ging nog net goed. Of net niet. Net wel, net niet, zo kwam het toch op mij over. En eten is een primaire behoefte, toch?

Gastauteurs

Eerder in deze blog schreef ik dat de teksten met A van mijn hand zijn. A1, A2, nu A11. Luc, Greets partner is de eerste die zich meldde om onder B, B1 dus nu, zelf een schrijfsel te leveren. Bedankt Luc, getuigenissen uit eerste hand zijn de beste; bijzonder moedig om dit te doen. Wie wordt C ? Wie D? B dus, een getuigenis “made in Hansbeke”. Een beetje zoals “made in Germany”, nu een kwaliteitsgarantie. De Duitsers hebben dit vreemd genoeg aan de Engelsen te danken, die door hun eigengereid gedrag eind 19de  eeuw ( toen ook al, 150 jaar vóór Brexit) toen al in eigen voet schoten.

Op het einde van de 19de  eeuw waren de Engelsen het grondig beu dat Duitse firma’s Engelse    merk-en productietekens kopieerden en naar het “British Empire “exporteerden. Productpiraterij “avant la lettre” als het ware; de Duitsers van toen waren quasi de Chinezen nu. Toen kwam het, de verkeerde beslissing : op 18 april 1887 riepen de Engelsen de Merchandise Marks Act in het leven. Alles wat, het toen nog grote, Great Britain, binnenkwam diende met de woorden “ made in….” Te worden voorzien. Zo zou de Engelse consument zien dat bij “ made in Germany” het om minderwaardige producten ging. Toen toch, nu weten we beter. Aspirine, tandpasta, wasmachines, liften, BH’s, fopspenen en MP3 spelers zijn Duitse uitvindingen. Wat zouden de Engelsen uit 1887 wel niet denken nu Rolls-Royce en Bentley in Duitse handen zijn? RR is weliswaar van BMW, dat kan er nog mee door, maar als je een Bentley hebt, rij je eigenlijk met een Volkswagen. Hoe een dubbeltje rollen kan, nietwaar? God save The Queen, maar geschoren( to shave) zijn ze, die Engelsen! Maar Bentley klinkt net iets beter dan “Peoples-car”, nietwaar? Maar toch liever een schnitzel dan “steak and kidny pie”. En dat laatste spreken ze uit als “paai”, het smaakt evenwel meer naar de schrijfwijze!

Hierna vind je B,  Luc’s bedenkingen.

Gepubliceerd door

marckesteloot

Geboren in België ( Izegem 1959) en getogen in Duitsland, Neheim-Hüsten ( 1959-1977). Studeerde economie in Gent ( UG 1977-1981), gehuwd met Els en heb twee kinderen. Ik woon in Waregem en mijn interesses gaan uit naar middeleeuwse geschiedenis en basket.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s