A6 : De Gauchy-Schwarz ongelijkheid ( en andere niet-gelijkheden)

Hector niet meegenomen op deze uitstap. De lege parking van Kortrijks trots “ sporthal De Lange Munte” opdraaiend, keek ik reikhalzend uit wie er zou zijn. Ha daar waren ze de “soupapkes” ( West-Vlaams voor ventiel, voorstel door een lezer, andere voorstellen zijn uiteraard welkom; ik zie aan de statistieken dat er lezers zijn en hoeveel, dus niet zo schuchter….. vooruit met die voorstellen). Of op zijn Kortrijks : “ De sepapkes”.

Mooie pet

Deze keer had ik als een goed lid van de organisatie mijn logoschildje van “Het Ventiel” opgespeld! Dat schildje terugvinden was niet het probleem, een veiligheidsspeld daarentegen….

Eddy had weer zijn pet op maar geen donkere bril. “Goede middag, Eddy”, en stak mijn hand uit. De ogen draaiden mijn kant op en keken me doordringend aan. Traag ging zijn rechterhand omhoog en kwam mijn richting uit. Dát was wel het laatste wat ik verwachtte. Een vreemde rilling, onzekerheid misschien, ( je kent het wel dat gevoel voor het onbekende) bruiste als een lauwe douche over me heen. Gewoon die hand nemen Marc, vermaande en vermande ik mezelf. Heel voorzichtig ( waarom eigenlijk?) alsof ik een pas geboren wezentje aannam, gleed mijn hand in die van Eddy. Zacht, zéér zacht, haast als warm fluweel voelde die aan. Waarom was ik daar toch zo verbaasd over? Meteen, van het ene ogenblik op het andere overviel me een rust, geborgenheid bijna.  Een ander Ventiellid sloeg ondertussen op Eddy’s pet met de woorden :” skwuène klakke moat”. De Eddy-Marc verbinding viel weg,  maar vergeten zal ik dit ogenblik niet zo snel. Pico della Mirandola Gudrun had het gezegd, ik was gewaarschuwd ( zie deel A5), maar dit? Ah kerel dacht ik, je kent de wereld niet! Toch niet deze warme, sociale hulp biedende kant ervan niet. Hier telt niet wie of wat je bent, je auto, je laatste restaurantbezoek, je laatste speculatieve winst op de beurs         ( van verlies hoor je niet zoveel….). Hier telt enkel “hic et nunc, het hier en nu.

Ping pong

Ondertussen was Gudrun aan het vertellen wat we zouden doen die namiddag. Het begin was me ontgaan, ik zat nog met mijn gedachten bij het Eddy-momentum, toen ik plots het woord “pingpong” opving. Wat? Pingpongen? “Ja”,  klonk het bevestigend. Meestal kan ik mijn gezichtsuitdrukkingen redelijk beheersen en min of meer in de plooi houden, maar ik neem aan dat de verbazing, het ongeloof, de verbijstering erop moet te zien zijn geweest. Pingpongen, met deze groep? No way, dacht ik dat kan nooit. Wandelen ja, paardrijden ( ik moet daar nog eens gaan kijken) ja maar pingpong…nooit! Noem me nu één sport waar meer oog-hand coördinatie nodig is dan pingpong ( formule 1 telt niet mee), om over de nodige reflexen maar niet te spreken. Dat, zo dacht ik, wil ik wel eens zien.

Zien zou ik, Thomas die ik was en me reuze amuseren. Leren pingpongen heb ik bij Strobbe, ( nu ja hij heet Eric maar iedereen noemde hem Strobbe) in de kelder bij hem thuis. Twaalf of dertien waren we en tot het voorlaatste humaniora jaar ( daarna kwamen andere interesses, de natuur enz ….) hebben we, toen weer niet toeliet om iets anders te ondernemen en we geen zin hadden in “Stratego” of” Magellan” , heldhaftige wedstrijden gespeeld. Magellan is aan te raden als spel, nu nog in deze computergames-tijden, is niet gemakkelijk en duurt zo’n 2 uur ( of meer). Tegen Strobbe had ik kans op winst met Stratego en Magellan, over schaken zullen we het maar niet hebben; de overwinningen hier kan ik op één hand tellen. Eén anekdote over Strobbe, de waarschijnlijk meest intelligente van ons jaar maar ook de grootste speelvogel. Voor het vak wiskunde kregen we een taak mee op vrijdag, in te leveren op maandag. Daar zijn leraars in gespecialiseerd in “ het helpen je weekends nuttig door te brengen”; in mijn tijd toch. Op zaterdagochtend, voor de volleybal training,  gooide ik een snelle blik op de opgave….jawaade een bewijs leveren,  gebaseerd op Gauchy-Schwarz ( de rest weet ik niet meer, zal wel verdrongen  zijn ). Dit was geen spek voor mijn bek, over naar helpers dus : Strobbe. Na de training fietste ik bij Strobbe langs, hij woonde in de” Apothekerstraβe” met een helling die niet mis zou staan in de Ronde van Vlaanderen. En geen “ Den trap op”( of hoe heet dat café in Horebeke) om een koele pint te drinken . Strobbe is evenwel geen apotheker geworden maar geneesheer. “ Heb ja al iets” vroeg ik hem nadat zijn vader de deur opendeed. Strobbe sr en jr hadden evenwel geen oog voor me, luidruchtig waren ze aan het discussiëren over de manier waarop ze het bewijs zouden leveren. De manier waarop….niet te geloven, voor mij was één manier méér dan goed genoeg. Uit nieuwgierigheid heb ik bij het schrijven van deze tekst Gauchy-Schwarz gegoogeld. Nog nooit heb ik zo snel weer een venster gesloten….

Geen Trippel

Pingpong dus. Na 40 jaar lag dat palletje nog vertrouwd in de hand. Effect steken ging ook nog, tja zal iets zijn als zwemmen zeker? Een sportmonitor of –instructeur gaf uitleg wat er zou gebeuren en liet ons opwarmingsoefeningen doen. Enigszins vanaf de zijkant keek ik toe en ik was eigenlijk van zin daar ook te blijven staan. Dat was evenwel buiten Inse gerekend, haar moeders dochter. “Jij, Marc met Piet aan deze tafel ? ”. Dat was geen vraag, alhoewel zo geformuleerd. De onderliggende toon weet je wel, een toonhoogte gekoppeld aan een intonatie die vrouwen zo wonderwel beheersen. Piet en ik dus aan de tafel, zonder trippel deze keer. Piet keek me aan en zei : “ wordt moeilijk, ik heb geen ruimtelijk inzicht meer”. Geen ruimtelijk inzicht? Even moest ik nadenken wat dát kon betekenen. Voor ons is het normaal, maar hoe beleef je de wereld zonder? “Ah komt wel goed” antwoordde ik, alhoewel ik hoegenaamd niet wist ( en ik weet het nog niet) wat het moet zijn te leven zonder ruimtelijk inzicht. Voorzichtig gooide ik het balletje over het net, dat had die vriendelijke sprotmeneer gezegd, anders had ik waarschijnlijk ondoordacht meteen een flinke lel op dat balletje gegeven als opslag. Piet sloeg het balletje terug. Nu ja naast de tafel maar dat was niet belangrijk. Plots had ik mijn “Aha Erlebniss”; het ging niet om het pingpongen an sich,  het ging om plezier maken, samen zijn, bewegen. Via een doorschuifsysteem speelde je haast met iedereen van de groep. Heel wat mensen zag ik voor het eerst, wie is wie, buddy’s, mensen met Jongdementie…. geen idee het vervaagde en bij sommigen moest ik me behoorlijk in het zweet werken om weerstand te kunnen bieden. “ Jij hebt dat nog gedaan” zei er eentje. Ja, 40 jaar en 25 kilo geleden; dat zijn pas wiskundige gelijkheden, hoef je geen Gauchy voor te begrijpen!

Nieuwe mensen leerde ik kennen, diegenen die ik al kende leerde ik beter kennen. Vraag aan  Pico della Mirandola Gudrun : wat gebeurde met mensen met Jongdementie pakweg zo’n 15-20 jaar geleden? Schouderophalend ( niet uit onverschilligheid, begrijp me niet verkeerd, het was eerder een schouderophalen van “tja, precies weet ik dat ook niet” ) kwam het antwoord : psychiatrie zeker?

Hallo Allo

Allo? Psychiatrie? Ja “Allo Allo”, niet de befaamde Britse humorreeks over bezet Frankrijk in wereldoorlog II waar met fijne Engelse humor de draak werd gestoken met de Duitse bezetter en ondergrond organisaties. Voor diegenen die het niet kennen zeker de moeite. Niet allo dus maar Allo Allo en Allo. 3 maal Allo en hopelijk leest het één van de drie. Vader Allo gaf latijn en geschiedenis ( si j’ai bonne mémoire) bij ons op school ik herinner me hem als een streng kijkend man ( zelf heb ik er nooit les van gehad), broer Paul zat bij me in de klas. Een bank achter me zat hij Paul, Pol uitgesproken, achterovergeleund op het onverschillige af zat hij op zijn stoel. Zijn voeten schoof hij steevast onder mijn stoel. Honderden keren heb ik hem gezegd : “Pol, trek je voeten in”, waarop hij met een diepe zucht alsof alle lasten van de wiskundige wereld op zijn schouders drukten of, erger, zijn favoriete voetbalclub Club Brugge op zondag had verloren, zijn voeten tijdelijk weer bij zich terughaalde. En Etienne Blyweert, de wiskundeleraar, schreef ondertussen zijn hiëroglyfen op het bord. Dat niemand van ons archeoloog met specialisatie Egypte is geworden is een waar wonder! Nu ja we hadden al een leraar die spijkerschrift beheerste. En die gaf géén wiskunde. Hij had de naam van een middeleeuws zeegaand vrachtschip.

De jongere broer van Paul,  Luc kennen jullie ondertussen wel allemaal, ik kende hem toen vaag als jongere broer van. Vier of vijf jaar is een eeuwigheid als je zestien of zeventien bent. De familie Allo woonde trouwens in dezelfde straat als onze Gauchy-Schwarz- redder- in- nood Strobbe. Luc, mocht je dit lezen ( ah hoe groot is die kans, Blyweert kan het berekenen) feel free om contact op te nemen met Gudrun van “Het Ventiel”. Jongdementie is een erge aandoening en iedere klok die luidt om dit te verkondigen kunnen we gebruiken. Aub? Beleefd ben ik al altijd geweest.

Moeder Goethe

Terug naar onze pingpong namiddag. Deze activiteit bracht iedereen dichter bij mekaar, bracht mensen intenser samen. Heel wat bedrijven en of managers zouden dit kunnen doen, het schept niet alleen andere inzichten maar het ontspant bovendien. Mochten deze managers even de tijd nemen en zich hiervoor inzetten, een dag of twee per trimester zou niet te veel zijn, kunnen, naast dure teambuilding sessies die bedrijven hun medewerkers opleggen, ze hiermee team building” pur sang” beleven, geen theorie, pure werkelijkheid uit het leven gegrepen. En origineel ook, met een beetje marketing boy of girl halen ze er tevens nog voordeel uit! We spreken nu toch volop over “social marketing”. Dit is social. Punt. Bij “Het Ventiel” is de sfeer ongedwongen, op een natuurlijke manier, met een vanzelfsprekendheid die je enkel terug kan vinden bij vrienden die je al zeer lang kent. En deze groep ken ik amper 3 maanden. Hoe komt dit?  Om het met de moeder ( Catharina)van Wolfgang von Goethe te zeggen :

Gäbe man einem Menschen alle Herrlichkeit der Welt, was hilft’s, wenn er keinen Freund hat, dem er es sagen kann?

Een moeder die zo’n citaat uit haar mouw kan schudden is haar zoon waardig, niet?

images

Catharina von Goethe

Gepubliceerd door

marckesteloot

Geboren in België ( Izegem 1959) en getogen in Duitsland, Neheim-Hüsten ( 1959-1977). Studeerde economie in Gent ( UG 1977-1981), gehuwd met Els en heb twee kinderen. Ik woon in Waregem en mijn interesses gaan uit naar middeleeuwse geschiedenis en basket.

Geef een reactie

Gelieve met een van deze methodes in te loggen om je reactie te plaatsen:

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s