A5 Cafetaria : ” De Harelbeekse Gavers”

Neen, deze titel is geen test “ uitspraak voor West-Vlamingen”. Al zou het kunnen.

De wandeling ( zie deel A4) werd, we zouden geen Vlamingen zijn, afgesloten met een gezellig pintje. Een biertje zouden de Nederlanders zeggen, maar dat klinkt nou “niet zo gezellig”. Geef mij maar een pintje, geen biertje. Ah als je Heineken gewoon bent ( of erger Amstel) dan kan je maar over ”een biertje nemen” spreken en niet over een pintje drinken. Rodenbach….jammer, voelt een beetje aan alsof op een Mercedes of BMW “made in Korea” zou staan. Sorry peter van “Het Ventiel”, maar jij woont dan ook, voor zover ik weet, binnen onze landgrenzen. Goede keuze!

Ah ja wij hebben “De Westhoek”, de Nederlanders “De Achterhoek”, al klinkt westhoek beter als je het mij vraagt; je kan er alleszins beter tafelen en godzijdank ligt West Vleteren er ( je weet wel het beste bier ter wereld waar je haast een moord voor moet voor plegen, als dat al genoeg zou zijn, of portefeuillebeheerder bij een grote bank, ( zou dat waar zijn? ) om het te krijgen).

Bierkeller ( bierkelder vert.)

Na de wandeling dus. In de cafetaria verschoven de “ Ventiellisten” ( nog steeds geen voorstellen wel, wel ) met het inzicht van een interieurarchitect de tafels en stoelen, opdat iedereen min of meer bij mekaar zou kunnen zitten. Dát moet je eens in Duitsland proberen, stoelen en tafels verschuiven zonder uitdrukkelijke en liefst schriftelijke, in drievoud dan, toestemming van de uitbater! Met Teutoonse “Ortnung muβ sein” wordt je met een “Grundlichkeit” teruggefloten dat je net als Augustus nog jaren later wakker wordt en uitroept : Vare, Vare, redde legiones ( Varus Varus, geef me mijn legioenen terug! ).  Op de foto zie je trouwens de overwinnaar en bedenker van de list destijds : Hermann ( op zijn “Hermannsdenkmal” ) al heette hij bij de Romeinen Arminius. Weet je ook meteen waarom Armin een populaire Duitse voornaam is. Zo zou Armin Göring eigenlijk “meer Duits” geweest zijn; de dikke, machtswellustige, drugverslaafde Reichsmarchall zal er niet aan gedacht hebben. Wat wil je, als je je carrière in een bierkelder begint ( Bierkellerputsch).

Hermannsdenkmal

Gluren naar de buren

Maar terug naar de ”Harelbeekse Bierkeller”. Vrij snel had iedereen een plaats gevonden; zelf had ik me strategisch in een hoek een beetje aan de zijkant van de gelagzaal geposteerd, niet alleen omdat Hector daar rustig kon liggen maar vooral omdat ik vanuit die positie, een beetje als een stiekeme studieleraar, de gehele groep kon overzien maar vooral kon “begluren”, bekijken is te zwak uitgedrukt.

E.kon ik goed zien die in zijn rolstoel zat nog steeds met zonnebril op, M. naast me, een mevrouw recht voor me waarvan ik de naam niet heb opgeschreven en dientengevolge vergeten ben, Piet schuin tegenover me. Gudrun kon ik zien, iets verder van me en Patrick, een paar plaatsen naar links Oh dit zijn namen waarvan ik zeker weet dat ik ze voluit mag gebruiken, met andere gebruik ik fictieve of schrijf ze niet voluit. Hier moet ik eens overleggen met Gudrun wat mag en niet; nu ja namen onthouden is voor mij sowieso een kleine ramp, als ik ze niet meteen heb genoteerd….Daarom heb ik ook graag Els mee, met een heel wat beter geheugen, voor namen dan toch.

Iedereen leek tevreden met zijn plaatsje, behalve Hector die luid blaffend vanonder de tafel zijn ongenoegen liet blijken. Onder een tafel rustig te moeten liggen na een aantal uren vrij en vrolijk rondgelopen te hebben, bomen bezocht en besnuffeld en plots zie je alleen mensenbenen en tafelpoten…Een zes maanden oude waterhond heeft wat geduld betreft nog een lange weg af te leggen.

Bei uns in Belgien

Even staarde ik naar E. , kijken is niet de juiste woordkeuze. Tijdens de wandeling was me opgevallen dat heel wat andere wandelaars onze groep aanstaarden, ja aangaapten haast. De blik die ik E. toewierp was onschuldig als je deze vergelijkt met de onbeschaamde blikken van anderen tijdens de wandeling. Later sprak ik daar weer Gudrun over aan. Haar was het niet opgevallen, maar “ ik let daar niet zo op” was haar antwoord;  had ik me vergist? Ik denk het niet. Tijdens de wandeling werd E. in zijn rolstoel voortgeduwd door zijn PA. P wat? PA, persoonlijke assistent. Even moest ik dit laten bezinken. Hier had ik nog niet over gehoord, maar ja sociale business was tot nog toe ook niet mijn hoofdvak. Wat dat betreft heb ik nog erg veel te leren blijkbaar. Twee heeft hij er, PA’ers. De tweede zou ik later ontmoeten, Peter. De naam van de eerste, een vrouw ben ik, jammer genoeg vergeten. ( Gudrun vragen; Gudrun lijkt wel  Pico della Mirandola voor me, die zou ook alles hebben geweten. ) Mooi dat er mensen dergelijke functies van PA op zich nemen, dit verdient op zijn minst evenveel een plaatsje in een krantenartikel als een stuk over vluchtelingenkamp in Griekenland ( nu ja in Soedan, en daar lees je niets over, is de situatie nog schrijnender, daar hebben ze eten noch drinken, vraag het maar aan Stijn Vercruysse van de VRT ) en dat zou dan tenminste POSITIEF nieuws zijn, streeknieuws van bij ons. “Bei uns in Belgien” verdorie.  Maar goed, terug naar E. die zonder zijn zonnebril smakelijk zat te genieten van een chocomousse die hij met de hulp van zijn PA’er naar binnen lepelde. Bril af, kon ik oogcontact maken dus. Contact? Geen idee. Wat gaat er in dat hoofd om dacht ik, gaat daar wel iets in om? Mijn persoonlijke Pico della Mirandola gevraagd of hier “de stilte niet voorbij” was? ( ach Gudrun heeft véél geduld met me ). “ Oh”, zei ze met haar ontwapend enthousiasme,” je zou er versteld van staan hoeveel contact je nog kan leggen met E”. Jaja dacht ik rationeel, dat zal wel zijn; maar niet eens 24 uur later zou ik mijn menig sterk, zéér sterk, moeten herzien. Het is zelfs zo dat deze gebeurtenis een diepe en blijvende indruk op me heeft gemaakt, maar later meer hierover in A6  “ De Cauchy-Schwarz ongelijkheid”. Blijven lezen dus, lezen om Jongdementie ( en vanaf nu schrijf ik dit met hoofdletter uit diep respect voor al diegene die de ziekte met grote moed dragen) uit het onbekende te halen, nu ja niet de ziekte in het bijzonder maar diegenen die erdoor getroffen werden of worden. Men zegge het voort.

Corsendonck, via Westmalle : een bedevaart

Terug naar de Harelbeekse “Bierkeller”. Een vriendelijke ( nou ja) dienster vroeg wat ik wou drinken. Ik was één van de laatste die zijn bestelling opgaf en waarschijnlijk had ze haar geduld onderweg al grotendeels verloren. Valt wel te begrijpen als je niet weet wat Jongdementie is. Alhoewel…ah niet bij stilstaan.

Cola, spuitwater waren de eerste dranken die in me opkwamen ( niet dat ik zo’n “coladrinker” ben, Jos Vandeloo heeft er niets mee te maken ( waarover ging dit boek ook weer?)) maar gelukkig maakten Piet en Patrick me de beslissing gemakkelijk : een tripel van Westmalle . Yes, dat zou smaken, een goed idee waar ik me zonder moeite bij aansloot!

“Je vrouw is niet van hier hé”? Verwonderd keek ik op, naar de vragensteller. Piet zo bleek. “Neen”, grapte ik terug, “ ‘kheb het ver moeten zoeken, in Heverlee, bij Leuven”. Piet keek Els heel even aan en zei toen dat zijn vrouw ook “niet van hier” was. Dat bracht me tot de logische wedervraag : “van waar is ze dan Piet?” Stilte, een stilte net als bij Jan Hautekiet op Radio één. Razendsnel werkten mijn hersenen aan een oplossing om deze stilte te doorbreken. Piet was me evenwel voor : “ ze is van ten noorden van Leuven”.

De stiltes die nu vallen probeer ik als buddy niet meer op te lossen, ze zijn er gewoon als deel van het geheel en het geheel is meer dan de som van de delen, toch?

“Mechelen” vroeg ik? “ Neen” luidde het antwoord. Nog wat namen van steden en gemeenten werden genoemd maar we kwamen niet verder. In gedachten begon ik me al voor te bereiden om het gesprek een andere wending te geven, ( ik word die stiltes toch niet gewoon blijkbaar, maar zal moeten wennen, met geduld, net als Hector; ieder zijn niveau, alleen vrees ik dat Hector het wel eens zou kunnen halen van me op dit punt …) toen plots het woord “ Corsendonck” viel. Corsendonck? Ja dat ken ik van het bier ( be-staat het nog wel?) maar waar ligt dit ook alweer? Corsendonck, off all places! Koortsachtig maakte ik associaties ( zelfs Baas Gansendonck passeerde de revue, er is tóch iets mis met me), probeerde me de kaart rond de streek van Leuven voor de geest te halen. Corsendonck, nee geen idee. “ Waar ligt dat Piet?” “ Ja” zuchtte hij, en nipte van zijn tripel, weer stilte. Ondertussen had ik met M. ( haar partner heeft dezelfde naam als één van de drie zonen van Clovis, dat heb ik dan wél onthouden) een geanimeerd gesprek over de wandeling, het weer, enfin de voorbije dag. “ Turnhout” klonk het. Turnhout? Inderdaad het begon me te dagen, iets verder dan Turnhout ligt Corsendonck, beiden ten noorden van Leuven.  De priorij, “t Vrouwenhuys een restaurant met mooie tuin, daar ben ik nog verschillende keren geweest. “Goh Piet” zei ik,” ik heb geen Jongdementie en ik kon er niet opkomen”. Toen kwam het : Piet nam zijn kelk met tripel, nog voor driekwart gevuld, en net voor hij deze aan zijn mond zette om een deugddoende slok te nemen zei hij met een monkellach dat nog net te zien was vanachter het Westmalle glas : “ misschien is de diagnose nog niet gesteld”. Fijne humor was dit. Daar kan geen Hans Teeuwen tegen op!

Later overdacht ik, toen we allang thuis waren en Hector op zijn kussen de slaap der gelukzalige waterhonden inzette, stel je voor : de diagnose. Dát moet een moment van verschrikking zijn, een emotionele bom, een ah, ik weet het niet. Zoals mijn moeder al zei : jongen, het is” ongeproefd” best. Grammaticaal verkeerd, maar oh zó juist.

Gepubliceerd door

marckesteloot

Geboren in België ( Izegem 1959) en getogen in Duitsland, Neheim-Hüsten ( 1959-1977). Studeerde economie in Gent ( UG 1977-1981), gehuwd met Els en heb twee kinderen. Ik woon in Waregem en mijn interesses gaan uit naar middeleeuwse geschiedenis en basket.

Eén gedachte over “A5 Cafetaria : ” De Harelbeekse Gavers””

Plaats een reactie